The Kik Jin LP + CD - Coloured Vinyl-

. 2593 van 4022
€ 22,99 (inclusief btw)
Het artikel is niet op voorraad / Not in stock

14 feb 2020

The Kik vindt zichzelf opnieuw uit met synthesizers. Zónder zelfverloochening. Het blijft The Kik. 'Het is niet zo dat we ineens van een sixtiesband zijn veranderd in een jaren tachtig-band,' zegt Dave von Raven, zanger van The Kik over Jin, het vierde studioalbum van de Nederbietband. ‘Maar het is wel wat anders.’ Beluister de synthesizerriedel in de intro van eerste single Plekken Waar Je Niet Mag Roken en je hoort meteen de bevestiging van de nieuwe koers in vol ornaat. Tegelijkertijd blijft het altijd The Kik.
Het verhaal van Jin dat elf tracks telt begint zo’n drie jaar geleden met de aanschaf van analoge synthesizers. ‘Ik kocht een clavioline, de eerste synthesizer voor de commerciële handel uit 1942. Ik ben er meteen mee aan de gang gegaan,’ herinnert Dave zich. ‘Zo ben ik geïnteresseerd geraakt in andere oude analoge synthesizers en ben, maar dan meer uit de jaren zeventig en tachtig. Op een gegeven moment ga je toch eens aan die knopjes draaien. Er ging een wereld voor me open. Tja, en van het een komt het ander.’
De aanschaf van de Juno 60 – de ‘heilige graal in synthesizerland’ volgens Dave – gaf uiteindelijk de doorslag voor de zoektocht naar een nieuw, moderner geluid voor de band. Twee voorwaarden werden er gesteld aan dit proces: de band moest achter de veranderingen staan en als zichzelf blijven klinken. Ze hebben goed nagedacht over de arrangementen voor de nieuwe nummers. Dave: ‘Vroeger zaten we twee weken in de studio. Dan praatten we wat over de nummers en daarna gingen we ze opnemen. We hebben nooit aan elkaar gevraagd of het misschien ook anders kon. Dat hebben we nu wel gedaan. We hebben live de basis in gespeeld. Daarna zijn we aan de invulling van de details gaan werken.’
Het juiste geluid vinden is nog niet zo eenvoudig. Niet alleen de synthesizers leggen andere accenten. De bas doet dat ook. In plaats van op zijn oude vertrouwde sixtiesbas speelt Marcel Groenewegen op Jin op een Fender Jazz-bas met stalen snaren. En ook de gitaar van Arjan Spies is door een Chorus-effectpedaal gegaan. ‘Twee jaar geleden zouden we dat in onze stoutste dromen nog niet gedacht hebben,’ observeert Dave. ‘Je krijgt zo een… “Phil Collins-situatie”, en tóch is het helemaal ons. Dit is geen kutsound. We zijn blij met het resultaat. We waren er aan toe om eens wat anders te gaan klinken.’
Elvis Costello & The Attractions hebben ook na een plaat of vier dat kenmerkende Farfisa-orgelgeluid losgelaten. Soms is zo’n ingreep noodzakelijk om de volgende stap te zetten. Na drie studioalbums, de plaat met Armand, het tussendoortje Hertaalt en de Boudewijn de Groot-coverplaat die hen tot twee avonden in Ahoy’ bracht, is het nu tijd om eens flink door te pakken met sterk eigen werk. Jin dus! ‘Alles goed en wel hoor om in de sixties te blijven hangen, maar op een gegeven moment was de inspiratie om daar in door te gaan wel op,’ luidt Dave’s oordeel. Ze hadden als band stijlbewust kunnen zeggen: ‘synthesizers zijn geen sixties’, maar dan hadden ze zichzelf tegengehouden. Dan kom je nooit verder.
Hoe zijn die synths nou ingepast in de studio? En hoe moet dat live? Die synthesizer op de eerste single van het album, Plekken Waar Je Niet Mag Roken, is een Siel uit 1975 en wordt bespeeld door Dave zelf. Paul Zoontjens speelt piano en orgel zoals altijd en pakt live al die synthesizers van de plaat erbij. ‘Op het podium blijf ik gewoon gitaar spelen, want ik wil wel blijven staan,’ vertelt Dave. ‘Op de plaat speel ik veel synthesizer. Van huis uit ben ik eigenlijk ook eigenlijk pianist. In mijn vorige band The Madd speelde ik ook veel toetsen. Maar Paul voert live alle toetsenpartijen uit.’ The Kik neemt op tour al die synths mee. Dat ziet er ook leuk uit die spullen op het podium, vindt hij. In dance gebeurt dat ook vaak.
Die eerste single is een eerbetoon aan de in 2015 gestorven protestzanger Armand, met wie ze nog vlak voor zijn overlijden een plaat hadden gemaakt. De werktitel van het nummer was nog diens roepnaam Manus. ‘Het gaat niet expliciet over hem. Maar bij het schrijven heb ik wel aan hem gedacht. Ik denk dat hij zo’n huldebetoon zelf ook zou hebben geschreven voor mij, mocht ik eerder zijn doodgegaan dan hij.’
Een ontroerend lied is de in eighties synths badende ballad Alle Tijd Van De Wereld dat over Dave’s zieke vader gaat. ‘Mijn broer Ed heeft dat geschreven,’ doet hij een verrassende onthulling. Het is al vijftien jaar oud. Het gaat slecht met mijn vader. Hij heeft kanker. Nu was het het moment om het op te nemen.’
Maarten heeft een intro dat Vriendschap van het Goede Doel uit 1983 in herinnering roept. Hoe jaren tachtig kun je zijn? ‘De grondtoon is hetzelfde ja,’ doet Dave er niet moeilijk over. ‘Je hoort op onze nieuwe plaat ook wel dingen terug van Klein Orkest of Doe Maar. Het is duidelijk waar we de mosterd vandaan halen. Dat is ook onvermijdelijk. Die Nederpop van toen was ook heel leuk. We moeten nu wel uitkijken. Voor je het weet worden we in plaats van een jaren zestig- een jaren tachtig-band genoemd.’
Tekstueel staan er weer typische Kik-vondsten op het album. In Don Juan & Casanova gaan de twee vrouwenjagers samen op jacht op een kansloze maandagavond en eindigen ze bij elkaar in bed. Hoe kom je erop? Dave moet het album schuldig blijven. ‘Geen idee, ik moest er zelf ook wel om lachen.’ En Angela is de spreekwoordelijke ‘oude fiets’ waar elke jongeman ‘het’ op moet leren. Verzin het maar.
Het meest jaren tachtig wordt het op De Grote Baas, een cover van Major Tom (völlig losgelöst) van de Duitse Neue Welle-zanger Peter Schilling, alweer uit het sleuteljaar 1983. Op verzoek becommentarieert Dave deze coverkeuze: ‘De andere nummers op de plaat krijgen er meer betekenis door. Je hoort ineens waar het vandaan komt. De tekst heb ik iets uitgebreid. In het origineel [een vervolg op Bowies Space Oddity] is het moeilijk te snappen waar het over gaat. Ik wil altijd heldere, niet al te cryptische teksten. Daarom heb ik er een conclusie aan toegevoegd. Met “de grote baas” bedoel ik bijvoorbeeld president Trump of de baas op je werk, lui bij wie het alleen om de poen draait, maar niet om de mensen.’
Er staat ook een track op het album dat is geschreven in de stijl van de eerste twee albums van Joe Jackson. Op De Radio heet dat. ‘Dat gaat over de radio en wat ze daar draaien,’ huivert Dave bij de gedachte alleen al. ‘Daar zou ik me niet al te druk over moeten maken. Er zijn tegenwoordig genoeg andere kanalen om aan je muziek te komen. Maar afspeellijsten op Spotify vind ik vaak te specifiek en individualistisch. Het mooie van goede radio was juist altijd dat het zo onvoorspelbaar was, omdat je niet wist wat er kwam. Uiteindelijk verbond het mensen door de hits die daar uit voortkwamen.’ Hij constateert het – meer is het echt niet - maar wil niet als een ouwe zeur overkomen.
De moderne tijd wordt wel vaker bekritiseerd. In De Gouden Wok bijvoorbeeld, waar drummer Ries Doms stevig aan het werk wordt gezet. We horen Dave zingen: ‘Bart Smit gaat failliet door zwarte piet.’ Hij is het geëmmer op social media spuugzat. ‘En het gaat maar door. Het is een hele tijdlijn aan Facebookberichten. Maar alle woordenwisselingen worden vergeten in De Gouden Wok.’ Daar eet ieder zijn buikje rond volgens het principe van all you can eat. Ook het nummer Te Weinig Tijd is kritisch op de maatschappij waar de smartphone heerst. Millenials gaan gebukt onder de zware druk van hun dagelijkse schermtijd. De aanklacht in het kort: ‘Heel veel mensen zijn de dupe van al dat drukke gedoe, ik ook. Het gaat heel goed met Nederland, maar het is wel heel druk en moeilijk om allemaal bij te houden. Alles is fragmentarisch geworden. Ik verwacht dat er over een aantal jaren een heleboel mensen zich gaan verlossen van die telefoontjes. Ze willen van die druk af. Straks zitten de kerken weer vol…’
Ach ja, de tijden veranderen, dat is een gegeven, maar The Kik blijft, zij het in een nieuw, moderner jasje.
 

© 2009 - 2024 North End Haarlem | sitemap | rss